Elektrische componentenPremium

Hoe plaats en bekabel je een zekeringkast?

verdeelkast kopfoto

We overlopen hoe je zelf een zekeringkast kan bekabelen, aansluiten en ophangen. Wat er allemaal in een zekeringkast zit, kan je hier nog eens nalezen.

 

Elektriciteit: basisbegrippen die je moet kennen
32 artikels
Alles over elektriciteit plaatsenOntdek ons digitaal magazine over elektriciteit plaatsen
Lees magazinechevron_right

Voorbereiding

mdf paneel voor verdeelkast
Een verdeelkast moet aan een mdf-paneel worden bevestigd.

Wat moet er voorhanden zijn?

De zekeringkast is in principe het laatste werk dat gebeurt bij de plaatsing van je elektrische installatie. Alle kabels in je woning moeten dus reeds geïnstalleerd zijn, en doorgetrokken zijn tot in de technische ruimte, nabij de meterkast en de hoofdaardingsklem. Daar moet namelijk de zekeringkast komen.

Vergeet ook niet dat de zekeringkast aan een mdf-paneel aan de muur bevestigd moet worden. Dit paneel voorzie je dus ook best al voor de zekeringkast er is.

voorbekabelde kast kiezen
Een zekeringkast kan je laten samenstellen op maat van je elektriciteitsplan.

Voorbekabeld of niet voorbekabeld?

Een zekeringkast kan je zelf samenstellen, of laten samenstellen, op maat van je installatie volgens je elektriciteitsplan. Je kan hierbij kiezen voor een voorbekabelde kast of een kast waar je zelf nog de interne bekabeling moet voorzien. 

Voorbekabelde zekeringkast

Wie weinig tot geen ervaring heeft met elektriciteit, of niet kan rekenen op de expertise van een klusjesman, kan beter kiezen voor een voorbekabelde kast. Deze wordt namelijk al kant-en-klaar geleverd met de interne bedrading tussen de verschillende componenten. De verbinding tussen de differentiëlen onderling is reeds gemaakt, alsook de verbinding tussen elke differentieel en de bijhorende zekeringsautomaten.

Het enige wat je bij een voorbekabelde kast dan nog zelf moet doen, is deze ophangen en de verbinding maken met elke elektriciteitskabel die je hebt doorgetrokken tot in je technische ruimte. Daarnaast moeten uiteraard nog de verbindingen met de meterkast en de aarding gemaakt worden.

voorbekabelde verdeelkast
Een voorbekabelde kast wordt kant-en-klaar geleverd met de interne bedrading tussen de componenten.

Niet-voorbekabelde zekeringkast

Een niet-voorbekabelde kast wordt eveneens op maat geleverd, maar dan zonder interne bedrading, alleen de losse componenten zijn aanwezig: de automaten, de differentiëlen en de kast zelf met de rails erin. Je moet hier dus zelf alle verbindingen maken tijdens de installatie. Dit biedt meer flexibiliteit om de kast precies aan te passen aan specifieke wensen of vereisten. Want het kan natuurlijk gebeuren dat je tijdens het leggen van je leidingen aanpassingen gedaan hebt, of extra’s wil voorzien.

 

Zekeringkast plaatsen

Begin steeds met het bekijken van je materiaal en het bestuderen van de instructies, zodat je weet waar je aan begint.

Zekeringkast ophangen

Als je een voorbekabelde kast hebt, kan je die in principe meteen ophangen in de technische ruimte om dan alle verbindingen te maken. 

montagebeugels verdeelkast
Schroef eerst de voorziene bevestigingsbeugels vast op de kast.

Kast ontgrendelen

De kast wordt gesloten geleverd; je moet deze eerst nog ontgrendelen. Leg daarom iets onder je kast, zodat je de afdekplaat onderaan vlot kan losmaken. Via die opening kun je een zakje in de kast bereiken, waarin onder meer de sleutel zit. Daarmee kun je dan de deur openmaken.

Haal alle losse onderdelen nu uit je kast en leg alles netjes aan de kant, dit heb je later pas weer nodig. Sluit daarna opnieuw af. Voordat je de aansluiting kan maken, moet je eerst de kast ophangen.

kast haken over de bouten
De kast haak je met de bevestigingsbeugels over de bouten/schroeven in de muur.

Kast bevestigen

In je technische ruimte moet je normaal gesproken ruimte hebben voorzien op een mdf-paneel om de montage te vergemakkelijken. Schroef de voorziene bevestigingsbeugels vast op de kast.

Meet de positie en tussenafstand van de beugels, en markeer dit op je wand. Boor de nodige gaten en bevestig vervolgens de kast met pluggen (en een hamer) en bouten of schroeven. Daarna kun je er de kast gaan ophaken. Op deze manier is je voorbekabelde kast klaar om bij je leidingen aangesloten te worden.

Bij een niet-voorbekabelde kast

Als je zelf eerst nog interne bedrading moet voorzien, werkt het wat makkelijker als je eerst de inhoud van de kast opbouwt en voorbekabelt op een tafel, alvorens je de kast aan de muur bevestigt.

eerst automaten vastklikken
Als je een nog niet voorgekabelde kast hebt, moet je eerst de automaten vastklikken.

Opbouwen en vastklikken

Als je een nog niet voorgekabelde kast hebt, moet je eerst de automaten en differentieelschakelaars op de rails in de verdeelkast vastklikken. Probeer je verdeelkast logisch op te bouwen. Komt de stroom links bovenaan binnen? Plaats daar dan ook de hoofddifferentieelschakelaar van 300 mA. Ernaast kan je de automaten plaatsen voor de vaste toestellen, zoals een kookplaat of een rolluik.

Plaats eronder de eerste differentieel van 30 mA en de bijhorende automaten van 20A voor de stopcontacten, samen op een rail. Daaronder plaats je de tweede differentieel van 30 mA met automaten voor de schakelaars van 16A. Helemaal onderaan installeer je nog een aardlekschakelaar van 30 mA. Daarnaast installeer je een kring voor de badkamer en alle toestellen die mogelijk in aanraking komen met vocht.

Kast zelf voorbekabelen

Als je een kast zelf gaat voorbekabelen, dan betekent dit dat je de stroom onderaan de differentiëlen en de automaten moet doorlussen en de differentiëlen met elkaar moet verbinden. Zo komen de automaten onder spanning te staan. Ofwel gebruik je daarvoor koperdraad waar je lusjes van maakt, ofwel gebruik je een kamgeleider. 

automaat op kamgeleider
De koperen uitsteeksels van de kamgeleider komen onderdaan de automaten.

Met een kamgeleider

Gebruik je een kamgeleider? Zorg ervoor dat deze is aangepast aan je type aansluiting. Dit hangt af van je hoofddifferentieelschakelaar en de manier waarop je deze wilt doorlussen. Heb je een kamgeleider met vorkjes? Dan kan je die in de daarvoor voorziene openingen van de automaat steken. Niet alle automaten hebben hiervoor openingen. Hebben jouw automaten die niet? Dan gebruik je de openingen onderaan, waar je ook de draden kan insteken.

Je kunt een kamgeleider gemakkelijk op de juiste maat afkorten met een metaalzaag. Voordat je hem installeert, zorg je ervoor dat al het kopervijlsel uit de kamgeleider is verwijderd. Klop hem daarvoor uit om later kortsluiting te vermijden.

Na het afzagen, verwijder je de bramen met een vijl of schuurpapier. Op de zijkanten van de kamgeleider zet je nog beschermingsdoppen. Zo kan je ook langs de zijkant geen kortsluiting maken.

kamgeleider vastmaken
Eens de kamgeleider is aangebracht, draai je de schroeven vast.

Breng de kamgeleider dan aan in de opening onderaan de automaten en de differentieel, en draai alle schroeven goed aan met een schroevendraaier. Je kunt een schroefmachine gebruiken, maar dan op een zachte stand en een lage snelheid. Finaal vastzetten doe je toch nog met een schroevendraaier.

vrije vorken dek je af
Eventuele vrije vorkjes sluit je af met bijhorende afdekkapjes.

Tip
Mogelijk zijn er nog vrije vorken op je aansluitrail, voor eventuele toekomstige aansluitingen. Deze scherm je af met de voorziene afdekkapjes. Het koper mag in geen geval bloot blijven.

je hebt langer werk
Als je zelf voorbekabelt met draad, moet je stukjes knippen om van automaat naar automaat te lussen.

Met koperdraad

Lus je onderaan door zonder kamgeleider, dan zal je wel wat langer werk hebben - je moet kleine stukjes draad op maat knippen en telkens aan de uiteinden ontmantelen. Het voordeel is dat dit doorgaans goedkoper is. Duid eerst aan welke fasedraad waar komt op je automaat. Heb je een driefasige automaat met nulgeleider? Duid dan op elke automaat een cijfer aan dat één fase aanduidt.

Lus eerst onderaan de zekeringsautomaten de blauwe neutrale draad door. Leg een bruggetje tussen elke automaat. Normaal gezien komt de neutrale verbinding in de rechteraansluiting van de automaat te zitten. Dat hangt echter van merk tot merk af. Meestal is er hiervoor een N-aanduiding, let er dus op dat je telkens de N met N verbindt.

De draaddikte hangt af van je netaansluiting. Heeft die een automaat op 40 Ampère, dan mag je doorlussen met een draaddikte van 6 mm². Is er een automaat van 63 Ampère geïnstalleerd, dan gebruik je 10 mm². In de praktijk wordt er meestal een draaddikte van 10 mm² gebruikt.

fasedraad en nulgeleider
Draai de stukjes draad goed aan met een schroevendraaier.

Ook de bruggetjes aan de fasekant kan je dan maken. In dit geval betekent dat je alle automaten met dezelfde nummering aan elkaar moet verbinden. Maak ook telkens de verbinding met de verliesstroomschakelaar van 30 mA op het begin van elke rail. Hierbij moet je even opletten, omdat de fases naast elkaar zitten maar ze naar verschillende automaten moeten gaan. Op de rail van de hoofddifferentieel van 300 mA leg je ook de verbinding met de automaten voor vaste toestellen.

Draai ook hier steeds alle schroeven goed aan met een schroevendraaier.

rails met elkaar verbinden
Begin bij de hoofddifferentieel en lus telkens door naar de boven- of onderliggende differentieel.

Rails verbinden

Zijn alle zekeringsautomaten verbonden? Dan is het tijd om de rails met elkaar te verbinden via de differentiëlen. Voor de nulgeleider gebruik je een blauwe draad, voor de fasedraad een roodbruine draad. Begin bij de hoofddifferentieel van 300 mA en lus telkens door naar de boven- of onderliggende differentieel van 30 mA. 

Dat doorlussen doe je telkens met draden van 10 mm². Wellicht kan dit ook met 6 mm² draden. Raadpleeg een vakman bij twijfel. Knip en plooi de benodigde kabels op maat en strip de uiteinden, zodat je de ene kant op de onderliggende differentieel kan aansluiten en het andere uiteinde op de nieuwe verliesstroomschakelaar.

Tip
Doe het ontmantelen steeds zorgvuldig en secuur, want er mag geen koper meer zichtbaar zijn!

Draai de schroeven goed aan met de schroevendraaier en plaats daarna de afdekplaatjes terug op het differentieel. Dan zit je met een niet-voorbedrade kast even ver als met een voorbedrade kast: je kan hem op zijn plaats hangen.

automaten labellen
Voor je de kabels verbindt, label je de automaten.

Automaten labelen

Eens de zekeringkast ter plekke hangt, kan je beginnen met de verbindingen te maken met alle nodige kabels. Voor je hiermee begint, label je eerst alle automaten. Doe dat volgens het alfabet, zodat elke zekering een lettercode heeft.

Dit is essentieel om het overzicht te bewaren, zodat je onmiddellijk kan bijhouden welke kabel je op welke zekering aansluit. Hou dus een lijst bij de hand, zodat je netjes en gestructureerd kan werken. Dit zal je later ook nodig hebben voor je keuring.

hoofdkabel aansluiten
Met een ontmantelmes kun je de huls van de hoofdvoedingskabel veilig verwijderen.

Hoofdkabel aansluiten

Het beste is om van start te gaan met de aansluiting van de dikke, stugge kabels. Te beginnen met de hoofdvoeding. Deze XVB-kabel van 10 mm² zal ervoor zorgen dat er stroom via je meterkast de zekeringkast binnenkomt. Die is nu nog spanningsloos, tot na de keuring, en kan dus veilig worden aangesloten op de hoofddifferentieel van 300 mA.

Met een ontmanteltool kun je de huls van deze dikke kabel veilig verwijderen. De kabel moet zo ver mogelijk beschermd zijn. De buitenste mantel mag enkel weggehaald worden bij het gedeelte dat in de kast zelf zit. Maak en plooi die zo goed mogelijk op maat en ontstrip de uiteindes van de verschillende draden.

draden strippen stugge kabel
Plooi de voedingsdraden zo goed mogelijk op maat en ontstrip de uiteindes.

Controleer nu goed in de instructies in welke volgorde alles aangesloten moet worden. Zorg dat de uiteindes voldoende diep in de opening zitten zodat er geen koper meer bloot is. Gebruik desnoods een lange bektang om je hierbij te helpen. Draai stevig aan met een schroevendraaier.

geen bloot koperdraad
Zorg dat er geen koper meer bloot zit.

 

Gebruikers aansluiten

Dan kan je alle resterende kabels op hun respectievelijke automaat aansluiten. Dat gebeurt bij elke automaat bovenaan. Het gaat dus om de kabels van de stopcontacten, de verlichting en de vaste toestellen.

aansluiting vaste toestellen
De aansluiting voor bijvoorbeeld een kookplaat maak je bovenaan de vierpolige zekeringsautomaat.

Eerst de vaste toestellen

Begin hier ook met de stevigere kabels van de vaste toestellen, zoals die van een kookplaat. Het gaat hier immers om stugge draden die wat manoeuvreerruimte vereisen. De aansluiting maak je bovenaan de vierpolige zekeringsautomaat.

Tip
Als je bij de installatie van je kabels slim bent geweest, dan heb je op een afstandje van het uiteinde van elke kabel in de technische ruimte een label aangebracht op de preflexmantel, zodat je weet welke kabel bij welke kring hoort. Het is wel nodig de preflexmantels nog deels te verwijderen (bij voorkeur tot waar je het label hebt aangebracht), zodat je deze vlot kan aansluiten.

verlichtingskringen aansluiten
Verlichtingsdraden moeten aangesloten worden op een automaat van 16 A.

Dan de verlichtingskringen

Je kan nu beginnen met alle verlichtingskabels aan te sluiten. Je kan deze herkennen doordat het gaat om kabels met een dikte van 1,5 mm². Makkelijker is natuurlijk door ze terug te zoeken aan de hand van het label dat je erop aanbracht.

Deze draden moeten aangesloten worden op een automaat van 16 A. Neem de blauwe en bruinrode draden erbij en verzamel de aardingsdraad aan de zijkant in je kast. Kort af met wat marge en ontstrip de uiteindes met een striptang.

Heb je de kast zelf voorbekabeld? Zorg ervoor dat wanneer je onderaan de automaten de nulgeleider rechts hebt geplaatst, dat je ook bovenaan de nulgeleider rechts aansluit. Dat is ook bij voorbekabelde kasten vrijwel altijd de richting die je moet volgen: fasedraad links, nulgeleider rechts.

Het is voor elke automaat hetzelfde: op maat knippen, strippen en aansluiten. Schroef alles opnieuw goed aan. Noteer meteen welke kabel je op welke automaat aansluit.

stopcontactkringen aansluiten
Eens je lichtdraden aangesloten zijn, kun je overgaan tot het aansluiten van de stopcontacten.

En dan de stopcontacten

Eens je lichtdraden aangesloten zijn, kun je overgaan tot het aansluiten van de stopcontacten. Dit gaat om kabels van 2,5 mm², en die moet je aansluiten op automaten van 20 A. De aansluiting gebeurt op dezelfde manier als bij de verlichtingsdraden: afkorten, ontmantelen, aansluiten en vastdraaien.

De aardingsdraden bundel je opnieuw aan de zijkant, want die pak je pas later aan.

gemengde kringen aansluiten
Voor verlichtings-, stopcontact- of gemengde kringen verloopt de werkwijze op eenzelfde manier.

Gemengde kringen

Wat ook kan voorkomen, is een gemengde kring. Zo'n kabel kan bijvoorbeeld naar een tuinhuis lopen, en daaraan zijn dan zowel lichtpunten als schakelaars en stopcontacten verbonden. Dit is een zwaardere kabel van 2,5 mm², die geschikt is voor stopcontacten; deze moet echter aangesloten worden op een zekering die geschikt is voor verlichting, namelijk een 16 A-automaat.

aardingsdraden aardingsrail
Op de aardingsrail sluit je alle aardingsdraden aan.

Aardingsrail verbinden

Beneden plaats je dan de aardingsrail. Daarop sluit je de aardingsgeleiders aan, die je net opzij hebt gehouden. Strip dan ook alle aardingsdraden en steek ze in de aardingsrail. De aardingsrail wordt op zijn beurt nog aangesloten op de dikkere hoofdaardingskabel.

Tip
Controleer op het einde nog eens alle schroeven, zowel bovenaan als onderaan de automaten en de aardlekschakelaars.

afdekkappen bevestigen
Eens alle verbindingen gemaakt zijn, kan de kast dichtgemaakt worden.

Zekeringkast afwerken

Eenmaal alles verbonden en gecontroleerd is, kun je de kast dichtmaken. Alle bescherm- en afdekkappen mogen er dus terug op. Eindig met de afsluitkappen per rail terug te plaatsen, zodat alles netjes afgesloten is. 

Plaats nog de stickers op het frame, zodat je daarop later eventueel kan noteren welke zekering waarbij hoort. Vergeet tenslotte ook niet de gevarendriehoek en het type aansluiting kenbaar te maken op de deur van je verdeelkast.

Met een volledig aangesloten kast en de nodige notities bij de hand, kun je de keuring van je elektrische installatie aanvragen.

gevarendriekhoek niet vergeten
Vergeet de aanduiding van het type aansluiting op de kastdeur niet.
Proef ons gratis!Word één maand gratis premium abonnee en ontdek alle unieke voordelen die wij u te bieden hebben.
  • checkwekelijkse nieuwsbrief met extra tips en exclusieve content
  • checkvolledig toegang tot het digitaal archief
  • checkonbeperkt toegang tot 3.000 bouwinstructies
  • checkonbeperkt toegang tot 1.400 instructievideo's
Heeft u al een abonnement? Klik hier om aan te melden
Registreer je gratis

Al geregistreerd of abonnee?Klik hier om aan te melden

Registreer voor onze nieuwsbrief en behoud de mogelijkheid om op elk moment af te melden. Wij garanderen privacy en gebruiken uw gegevens uitsluitend voor nieuwsbriefdoeleinden.
Print Magazine

Recente Editie

Nu lezen

Ontdek de nieuwste editie van ons magazine, boordevol inspirerende artikelen, diepgaande inzichten en prachtige visuals. Laat je meenemen op een reis door de meest actuele onderwerpen en verhalen die je niet wilt missen.

In dit magazine