Succesvolle boomverzorging in openbare ruimtes
Over de kennis en kunde van gecertificeerde boomverzorgers
Zitten wij mensen niet goed in ons vel dan halen we er een dokter bij. En om helemaal zeker te zijn, raadplegen we ook nog eens een specialist. Waarom zou dat anders moeten zijn voor bomen? Gecertificeerde boomverzorgers en boomtechnische raadgevers hebben alle nodige kennis en kunde in huis om bomen in openbare ruimtes in topconditie te houden. Wij legden ons oor te luisteren bij een man met tonnen ervaring: Wim Peeters, lector boom- en groenbeheer Odisee, lector boomverzorging Vives, coördinator Tree Manager Vives en VetVert Consultancè levell.
Welke bedreigingen komen het vaakst voor?
Standplaatsproblemen
Bomen in openbare ruimtes zijn voortdurend blootgesteld aan diverse bedreigingen. De meest voorkomende problemen zijn echter geen ziekten of plagen, maar wel standplaatsproblemen. Bodemverdichting staat daarbij op nummer één. Parkeren onder bomen, bodembewerking met zware machines, onder bomen doorrijden, ... Bodemdeeltjes worden zo op elkaar gedrukt waardoor de bodem minder holtes krijgt, die water of lucht kunnen bevatten. De wortels van de boom kunnen hierdoor stikken en de boom gaat kwijnen. Bovendien kan dit ook wortelsterfte veroorzaken wat ten koste gaat van de stabiliteit waardoor de boom zelfs kan omvallen. Bij storm zien we dat zeer goed: de meeste bomen die dan omvallen, hebben beschadigde wortels.
Wortelschade
Andere vaak voorkomende bedreiging is wortelschade. In straten worden wortels vaak beschadigd bij het graven van kabels. In tuinen is bodembewerking dan weer de oorzaak. Het is een fout idee dat bomen diep wortelen en dat gras ondiep wortelt; gras en bomen zullen even diep wortelen. Het merendeel van de boomwortels zit in de bovenste centimeter onder het maaiveld. In die ondiepe lagen vindt de boom volop lucht. Organisch materiaal valt ook bovenop de bodem en verteert daar zodat mineralen er volop te vinden zijn. En wanneer het regent, is de toplaag als eerste nat. Zelfs ondiep frezen is dus slecht voor boomwortels.
Dat bomen zo ondiep wortelen, heeft ook als gevolg dat ze er slecht tegen kunnen dat ze nog maar een paar centimeter te diep geplant zijn. Bij het aanplanten moet de wortelhals gelijk zitten met het maaiveld; al de rest is te diep. Bomen die te diep geplant worden, slaan erg slecht aan en kunnen zelfs afsterven.
Klimaat en kwaliteit van de groeiplaats
Ziekten en plagen vormen enkel een probleem wanneer bomen verzwakt zijn. En wat dat betreft, is de kwaliteit van de groeiplaats één van de grootste oorzaken van problemen met bomen.
Een vergelijkbaar aspect is het klimaat. Droge jaren zoals 2018 tot 2020 zijn een probleem voor soorten die niet tegen droogte kunnen, of die er niet in slagen het dalende grondwater te volgen. In natte jaren zien we het omgekeerde; dan krijgen bomen problemen door wateroverlast. Het is die opeenvolging van natte en droge periodes die nefast is voor onze bomen. En ook hier ligt het antwoord in de groeiomstandigheden.
Migratie
Wat ziekten en plagen betreft, is er ook nog het probleem van migratie. Er komen steeds sneller nieuwe ziekten en aantastingen binnen. Die vormen pas een probleem wanneer ze hier een soort tegenkomen die verwant is aan hun normale gastheer. Door een gebrek aan co-evolutie heeft die nieuwe gastheer geen antwoord op de aantasting.
Wat dit betreft kunnen we nu al voorzien dat de ergste problemen nog op ons af moeten komen. Denk daarbij aan Xylella fastiduosa, platanenkanker, essenprachtkever, Aziatische boktor … Dat worden stuk voor stuk drama’s waarbij de vraag niet is of, maar wanneer ze komen.
Meest gangbare technieken
Boomverzorgende werkzaamheden kunnen onderverdeeld worden in: snoeien, groeiplaatsverbetering, aanplanten en demonteren van bomen.
Snoeien
Wat snoeien betreft, kijken we in de eerste plaats naar de levensfase van de boom. Een jonge boom moet vaak nog opgekroond worden. Dat vraagt een specifieke aanpak: jeugd- en begeleidingssnoei. Volwassen bomen hebben doorgaans erg weinig snoei nodig. Ingrijpen beperkt zich hier doorgaans tot het snoeien van beschadigde of gebroken takken, of snoei die gericht is op het voorkomen van schade. In ieder geval is het belangrijk dat het beheer consequent voortgezet wordt. Je maakt van een vrij uitgroeiende boom niet ongestraft een vormboom. Een kandelaber vormen, doe je bij voorkeur met een jonge boom. Een boom ineens inkorten omdat hij te groot wordt, is geen boombeheer maar kapitaalsvernietiging.
Het beheer van oude, aftakelende bomen is een ander verhaal. Wanneer bomen groot en dik worden, krijgen ze het moeilijker om de volledige omtrek van voldoende diktegroei te voorzien. De boom zal ook de afstand tussen wortels en kruin optimaliseren. Er worden nieuwe takken gevormd, vaak lager in de kruin. De ecologische waarde van deze bomen stijgt gigantisch. Het begeleiden van deze bomen in hun natuurlijke verouderingsproces (senescentie) vraagt gespecialiseerde kennis en is nog meer dan het reguliere boombeheer echt maatwerk.
Het tijdstip van snoeien wordt sterk bepaald door het doel van de snoei. Reguliere snoei gebeurt doorgaans in de zomer. De boom zal dan minder sterk reageren door het vormen van nieuw schot. Als sterke hergroei niet gewenst is, wordt er best in de zomer gesnoeid. In de zomer heeft de boom ook een sterk actieve afgrendeling. Daardoor kunnen aantastingen de boom moeilijker infecteren. Het is dus belangrijk om geen kernhout bloot te snoeien, want kernhout kan niet actief reageren. Bomen die kunnen bloeden, moeten ook in de zomer gesnoeid worden. Alleen wanneer bomen na snoei heel sterk moeten reageren en veel waterlot moeten vormen, zoals bij knot- of leibomen, is snoei in de winter aangewezen.
Groeiplaatsverbetering
Groeiplaatsverbetering heeft als doel de problemen die ontstaan door een gebrekkige groeiplaats zo goed als mogelijk aan te pakken. Dat is niet altijd evident, in het bijzonder in de openbare ruimte waar de ondergrond moet gedeeld worden met heel wat infrastructuur. Vooral bij onthardings- en herinrichtingsprojecten zijn er kansen wat dat betreft. Maar daarbij is het erg belangrijk dat boomdeskundigen al betrokken zijn vanaf de conceptfase en het opstellen van de projectdefinitie; enkel op die manier kan schade niet alleen voorkomen worden, maar kan ook de groeiplaats geoptimaliseerd worden.
Boomaanplanting
Boomverzorgers kunnen ook bomen aanplanten. Daarin verschillen ze niet echt van andere deskundigen die bomen aanplanten. Waar hun expertise meer het verschil maakt, is bij het verplanten van grotere bomen. Anderzijds zal een boomverzorger er eerder voor pleiten om de plannen aan te passen zodat de bomen niet moeten verplant worden. Het verplanten van grote bomen blijft immers lastig en heeft niet altijd kans op slagen.
Bomen vellen
Tenslotte zijn boomverzorgers opgeleid om bomen in moeilijke omstandigheden te vellen. De kunst is om zo’n boom in delen weg te halen wanneer er onvoldoende ruimte is om die in één keer te laten vallen. Dat is het meest spectaculaire deel van de job, die het meest tot de verbeelding spreekt. Vaak is het ook de reden dat mensen voor de job kiezen. Anderzijds zullen boomverzorgers vooral doen wat ze kunnen om bomen te behouden.
Welke regelgeving bestaat er?
Kapvergunning
De meest voor de hand liggende vergunning, is de kapvergunning. Op Vlaams niveau is het niet verplicht om een kapvergunning te hebben wanneer een boom op minder dan 15 meter van een vergund gebouw staat. Maar gemeenten kunnen een plaatselijk beleid voeren waarbij een kapvergunning wel verplicht kan zijn. In een aantal gemeenten is het zelfs vergunningsplichtig om bomen erg drastisch te snoeien.
Er moet wel opgemerkt worden dat de overheid een uitdovingsbeleid voert voor dergelijke lokale regels. Concreet mogen gemeenten geen nieuwe regels voor kapvergunningen opmaken. Bestaande regels blijven gelden zolang ze niet aangepast worden. Zelfs de kleinste wijziging aan een gemeentelijk kapreglement is voldoende om dat reglement te vernietigen.
Regels inzake planten
Wat het planten van bomen betreft, bestaat er geen echte vergunning. Maar het burgerlijk wetboek stelt wel dat bomen op minstens twee meter van de erfgrens moeten staan en dat takken niet mogen overhangen. Daar zijn een aantal uitzonderingen op. Bomen op het openbaar domein vallen hier niet onder aangezien de inrichting van het openbaar domein aan de gewesten toekomt en de federale overheid geen regels mag opleggen die impact hebben op de bevoegdheid van de gewesten (grondwettelijk hof arrest nr 148/2021 dd 21/10/21). Uit hetzelfde arrest blijkt ook dat die regeling enkel opgaat voor bomen die geplant zijn na het in voege gaan van de wet op 1/09/2021. Voor bomen die eerder geplant zijn, blijft het veldwetboek van kracht.
Veiligheidswet
Een andere wetgeving die belangrijk is bij de uitvoering van boomverzorgende werken is de veiligheidswet als onderdeel van de welzijnswet.
Hoe maken boomverzorgers het verschil?
Boomverzorgers moeten erg veel kennen en kunnen. Ze moeten de boom, de bodem en de relatie tussen die twee kennen. Boomverzorgers moeten weten hoe ze met correcte snoei een boom goed kunnen onderhouden, maar ze horen ook te weten hoe de verkeerde snoei een boom ernstig kan verzwakken. Een boomverzorger of boomdeskundige is ook in staat om een boom te beoordelen op basis van zijn uiterlijke kernmerken. Ze horen te weten wanneer ze mogen snoeien en vooral wanneer niet. Ze moeten met een kettingzaag kunnen werken en die kunnen onderhouden. Daar komt heel wat veiligheid bij kijken. Niet alleen bij de kettingzaag trouwens, ook bij andere machines is veiligheid cruciaal. Klimmen is trouwens ook erg belangrijk om de werkplek hoog in de boom te kunnen bereiken.
Verder moet een boomverzorger een last minute risicoanalyse (LMRA) kunnen invullen. En om bomen veilig en efficiënt te demonteren, moet hij / zij een degelijke kennis hebben van de krachten die vrijkomen wanneer men takken afzaagt en met behulp van de juiste technieken naar beneden geleidt.
Boomverzorgers kunnen zich ook nog verder specialiseren tot boomdeskundigen die bomen begeleiden op bouwwerven, die grote bomen verplanten, die bomen onderzoeken en ga zo maar door.
Opleiding & certificering
Momenteel zijn er twee certificaten. De European Tree Worker (ETW) is een uitvoerend boomverzorger die zich bezig houdt met de praktische uitvoering in en rond de boom. De European Tree Technician (ETT) of boomtechnisch raadgever is gecertificeerd om adviezen te geven voor boombeheer, werk te organiseren of een boombeleid van een openbare dienst te ondersteunen.
Voor veterane bomen zijn er twee vergelijkbare certificaten: VetCert Consulting level en VetCert Practising level, vergelijkbaar met respectievelijk ETT en ETW, maar dan expliciet voor het beheer van veterane bomen.
Voor opleidingen zijn er Syntra PXK en Syntra Roeselare, PCLT, BSBB en Inverde voor opleidingen tot uitvoerend boomverzorger (ETW). Zij stomen mensen klaar voor het behalen van het ETW-certificaat. Vives Continue voorziet ook een opleiding Tree Manager waarin mensen opgeleid worden naar het niveau van boomtechnisch raadgever (ETT).
Vanuit de European Arboricultural Council is er een certificeringsprogramma opgestart met meerdere doelen. Om te beginnen, wordt het niveau in alle deelnemende landen geharmoniseerd. Dat maakt het voor boomverzorgers makkelijker om ook in andere landen te werken. En zo worden de krijtlijnen uitgezet van wat een boomverzorger moet kennen en kunnen. Voor de gebruiker / boombeheerder wordt het ook duidelijk of een boomverzorger of boomdeskundige effectief over de nodige kennis beschikt. En omgekeerd kan een vakman bewijzen dat hij / zij over die kennis beschikt en ze up-to-date houdt.
Met medewerking van Bomen Beter Beheren vzw