87% van de bedrijven verwacht stabiele of groeiende vloot
Belgische bedrijven blijven inzetten op hun wagenpark
Bijna 9 op de 10 Belgische bedrijven (87%) verwachten dat hun wagenpark de komende drie jaar stabiel zal blijven of zal groeien. Kmo’s zijn echter voorzichtiger: 10% van hen plant een afbouw van de vloot, terwijl dat in 2024 slechts 3% was. Opvallend is wel dat kleine bedrijven steeds positiever staan tegenover het gebruik van tweedehandswagens in hun wagenpark. Dat blijkt uit de jaarlijkse Mobility and Fleet Barometer van het Arval Mobility Observatory, het kenniscentrum van mobiliteitsoplossingenbedrijf Arval.
Belangrijkste resultaten in cijfers:
• 87% van de bedrijven behoudt of breidt zijn wagenpark uit
• 49% gebruikt tweedehandswagens in de vloot
• 89% heeft of plant een laadbeleid voor EV’s
• 50% faciliteert thuisladen voor medewerkers
Kmo’s remmen af, vooral door thuiswerk
De studie bevroeg meer dan 8.000 fleetverantwoordelijken in 28 landen, waaronder 300 Belgische bedrijven van verschillende groottes. In België blijft het vertrouwen in de bedrijfswagen stevig overeind. Toch is er een duidelijke kentering bij kleinere ondernemingen: 10% van de kmo’s verwacht hun vloot te verkleinen, vooral door de structurele toename van thuiswerk (45%). Andere redenen zijn een daling van de bedrijfsactiviteit (36%) en minder medewerkers die nog in aanmerking komen voor een bedrijfswagen (33%).
Tweedehandswagens populairder dan ooit
“Thuiswerk is al enkele jaren ingeburgerd, maar het is opvallend dat de impact op het wagenparkbeleid zich nu pas duidelijk doorzet bij kmo’s”, stelt Christophe Janssen van Arval Mobility Observatory. “Bovendien kiezen jongere werknemers die bij een eerste job recht hebben op een bedrijfswagen steeds vaker voor een mobiliteitsbudget. Dat gebruiken ze dan volgens hun noden: een kleine wagen en een leasefiets, of zelfs enkel een fiets of deelwagen gecombineerd met openbaar vervoer – zeker als ze geen rijbewijs hebben, wat bij jongeren steeds vaker voorkomt.”
De barometer toont ook dat 49% van de Belgische bedrijven tweedehandswagens inzet, vaak als pool- of dienstwagens. Daarmee doen ze het beter dan het Europese gemiddelde van 39%. Kleine bedrijven zijn koploper (52%), grote bedrijven gebruiken tweedehandswagens iets minder (43%). Het gebruik van jonge tweedehandswagens blijft een efficiënte manier om kosten te beheersen én flexibiliteit te behouden.
Laadbeleid wint aan belang in elektrische transitie
De groei van elektrische bedrijfswagens vraagt om een helder laadbeleid. In België heeft 89% van de bedrijven al een laadbeleid of plant er binnenkort een. Daarmee bevindt ons land zich bij de Europese koplopers, na onder meer Oostenrijk, Duitsland en Spanje.
Dat beleid omvat doorgaans:
- laden op het bedrijfsterrein;
- laden aan publieke laadpunten;
- thuisladen.
15% van de bedrijven voorziet alle drie de opties. Grote bedrijven nemen hierin het voortouw: 22% biedt volledige laadflexibiliteit aan, tegenover 14% bij kleine bedrijven en 11% bij middelgrote.
Thuisladen: wie betaalt wat?
De helft van de Belgische bedrijven (50%) geeft aan thuisladen verder te willen faciliteren. Vooral middelgrote bedrijven willen hier de komende 12 maanden extra op inzetten.
Van de bedrijven die thuisladen reeds aanbieden:
- 74% komt financieel tussen bij de plaatsing van een laadpaal;
- 13% betaalt de volledige installatiekost;
- 1% laat alle kosten bij de werknemer.
Wat het verbruik betreft:
- 20% betaalt elke laadbeurt volledig terug;
- 37% komt gedeeltelijk tussen;
- 43% laat de volledige laadkost bij de werknemer.
Volgens Christophe Janssen wordt de thuislaadpaal een steeds belangrijker element in het verlonings- en rekruteringsbeleid van bedrijven: “Niet iedereen kan thuis een laadpaal installeren – denk aan appartementen of rijwoningen zonder oprit – maar het is wel een cruciaal onderdeel van het mobiliteitspakket dat werkgevers aanbieden.”